Het OF van Knokke is een bonte verzameling van verschillende verzetsgroepjes. Elke groep heeft zijn eigen autonomie, maar ze hebben wel dezelfde ambitie: de Duitsers zoveel mogelijk saboteren. Enkele van de vele sabotageacties omvatten: strijden tegen het leveren van koper aan de vijand en tegen het wegvoeren van politieke gevangen naar werk- en concentratiekampen, stelselmatige sabotage op grenscontroleposten, stakingen uitlokken bij voor de vijand werkende bedrijven, het saboteren van wegen of belangrijke toegangsplaatsen, enzovoort. Gérard zijn groepje bestond uit vier man. Charles Bill, Richard Vanwijnsberghe en Valére Pollet.
Een groot deel van de zaken die ik vertel komen uit officiële documenten opgemaakt na de oorlog door de overheid, beschreven door ooggetuigen en betrokkenen. Eén van die getuigen is een kokkin in een vooraanstaande villa in het Zoute van Knokke. Omdat Gérard een bekend persoon was in Knokke had hij veel connecties. Tijdens een vechtpartij met de Duitse Regierungsinspector Brandhofer in villa Tribord in Knokke, werd hij beschoten. Zijn vriend Mére kon Brandhofer toen neerslaan. Gérard werd opgepakt wegens mishandeling en Mére heeft er alles aan gedaan om hem vrij te krijgen. Hij is toen naar de Duitse kolonel van Knokke gegaan, heer Shuls,om zich aan te geven en bijgevolg Gérard vrij te krijgen.
Verder in 1940 slaagden Gérard en zijn groep erin om een scheepsafluisterpost zwaar te beschadigen en drie tankers van elk 20.000 liter benzine te laten leeglopen over de Zwinlaan in Knokke. De ganse buurt stonk naar benzine. Majoor Korn was razend; hij strafte 17 Duitsers voor zware nalatigheid.
Toen ze in 1940 na een mislukte operatie oog in oog kwamen te staan met Richard Jost, een Duitse Obergefreiter, kon het niet anders dan dat ze wapens zouden trekken. Pollet en Mére, die nog maar net vrij was, schoten op de man, waardoor ze allen konden ontkomen.
Een getuige die Gérard en zijn bende kende, beschrijft hen als de gevaarlijkste partizanen die ze ooit heeft gekend. En ook de enigen die het aandurfden de Duisters op eigen terrein te bekampen. In oktober 1941 eiste Brandhofer, die eerder al belaagd was door de bende, ‘de kop’ van Amys. Toen ze er in Berlijn achter kwamen dat deze Brandhofer in Knokke weinig tot niks had verwezenlijkt, stuurden ze hem naar het Russische front. In datzelfde jaar heeft Gérard met zijn bende belangrijke reiszegels gestolen en overhandigd aan een zekere Theo Dewilde. Die kon ze dan weer gebruiken om papieren te vervalsen en heel wat mensen de kans te geven om België te ontvluchten. Een officier van de Sicherheitsdienst, Martin Jonckhere, was verantwoordelijk voor de strenge controle op de grensposten in Knokke. Ook hij werd zwaar gestraft toen ze erachter kwamen dat er zegels ontbraken.