Louis Lambrechts

Louis Lambrechts
Geen plaats in België waar de strijd tussen verzet en bezetting/collaboratie zo fel is gevoerd als Limburg. Wat nu zo geroemd wordt als de ‘gezelligste provincie’ was toen het strijdtoneel van de gruwelijkste afrekeningen tussen ‘zwarten’ en ‘witten’, tussen collaborateurs en verzetsmensen, met een hoogtepunt in het laatste oorlogsjaar, toen er aan beide kanten tientallen doden vielen. In de laatste maanden van de oorlog, en de eerste maanden na de bevrijding was er zelfs sprake van een heuse burgeroorlog!
Helden van het verzet
De jonge priester Louis Lambrechts behoort tot een echte verzetsfamilie.
De jonge Limburgse broeder Louis Lambrechts houdt zich de eerste oorlogsjaren afzijdig van het geweld. Maar de realiteit spaart niemand. Wanneer de Gestapo het klooster binnenvalt, rest hem slechts één uitweg. Hij vlucht en sluit zich thuis in Limburg aan bij zijn broers en zussen in het gewapend verzet. Het is de start van een reeks dramatische gebeurtenissen.

In deze chaos probeerde de familie Lambrechts zich overeind te houden. De jonge priester Louis Lambrechts behoort tot een echte verzetsfamilie. Broer Tony is de sectorcommandant Hasselt van het Geheim Leger. De andere broers René en Edmond Lambrechts voeren gewapende acties uit, terwijl ook zussen Emma en Gusta hun duit in het zakje doen. Louis Lambrechts is het als priester bij de Broeders van Liefde te Gent verboden om geweld te gebruiken, maar toch vindt hij een manier om zijn bijdrage te leveren. Door het ‘succes’ van de sabotageacties van het Geheim Leger treedt de nazibezetting en zijn lokale partners steeds driester op tegen de verzetslui. Op het hoofd van Tony komt een prijs van 500.000 frank te staan. De familie wordt steeds meer in het nauw gedreven, met hartverscheurende gevolgen.
Word steunend lid van vzw Helden van het verzet
Door VZW Helden van het verzet te steunen houdt u de herinnering aan onze verzetshelden levend. Na de Tweede Wereldoorlog zijn deze mensen in de plooien van de geschiedenis verdwenen. Dankzij u kunnen we hen alsnog de gepaste eer bewijzen.