Rachel Souritz

Rachel Souritz
Joeri op het Verzetscafé Gent
Joeri op het Verzetscafé Gent

(verteld door kleinzoon Joeri Puissant)

Toen ik aan mijn lief in de keuken zei dat ik het verhaal van Rachel Souritz zou brengen, mijn grootmoeder in het verzet, reageerde ze scherp: “Ik word telkens kwaad als ik denk aan hoe ze de held uithing… en de manier waarop ze met haar kinderen omging!”
Ik weet natuurlijk wat ze bedoelt: mijn grootmoeder en mijn moeder hadden een heel verstoorde relatie. Mijn moeder twijfelde of ze haar wel graag zag. Ze zat met vragen die ze nooit durfde te stellen. Ik zat daar tussenin als kind. Daardoor heb ik met mijn grootmoeder nooit echt een heel dichte band opgebouwd. Wanneer ik aan haar denk, is dat vooral als spin in het web op grote feesten met optredens, dans en eten. Druk in de weer. Rachel maakte zich graag nuttig. Iedereen kwam haar hartelijk begroeten. Ik bewonderde haar. Ik wist dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet gezeten had, maar ze heeft me er zelf nooit iets over verteld. Ze zei altijd dat we niet met het verleden moesten bezig zijn, maar met de toekomst. Maar vandaag denk ik dat het allebei moet.
Toen m’n moeder sterk achteruit ging en ik met de paperassen bezig was in haar huis, ontdekte ik een doodsprentje. Het was eigenlijk een slechte kopie van een doodsprentje. Het was de eerste keer dat ik zijn foto zag en de eerste keer dat ik zijn naam geschreven zag staan: Niceise. M’n moeder had in haar pubertijd ontdekt dat haar vader niet haar eigenlijke vader was. En ik had plots zijn doodsprentje in handen. Ik zag meteen het beeld van de oudere broer van m’n moeder, een beer van een kerel van 2 meter, naast die van m’n kleine bompa. Pas toen drong het helemaal tot me door. Het was niet gewoon een verhaaltje. De Nick had echt bestaan.
Helden van het verzet

Rachel was 22 jaar toen de nazi’s België binnenvielen. Zij en ‘de Nick’ hadden elkaar net voor de oorlog leren kennen. Het moet een grote, sterke kerel zijn geweest. Onlangs las ik het allerlaatste interview dat Rachel gaf, waarin ze vertelt hoe stapelverliefd ze toen wel waren. Ondanks de omstandigheden zijn het de mooiste jaren uit haar leven. Ze vertelt hoe ze arm in arm door de straten van Antwerpen liepen met hun folders. Ze leerden elkaar kennen op bijeenkomsten om vluchtelingen te helpen opvangen, vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Verblijfsplaatsen zoeken. Steungelden ophalen. Informatie verspreiden over hoe het er aan toe gaat onder de nazi’s, over het verzet daar. Daar waren ze voor de oorlog dus al mee bezig. 

Van de Nick vond ik terug dat hij Duitse vakbondsmensen in de Antwerpse haven in contact hielp komen met Duitse matrozen. Zo kregen ze informatie nazi-Duitsland binnen. Toen de nazi’s dan opeens binnenvielen, zijn ze natuurlijk op de vlucht geslagen. Zowat de helft van de bevolking is toen gevlucht. Van de held uithangen was écht geen sprake. Maar het werd niet voor niets een blitzkrieg genoemd. In De Panne haalde het Duitse leger hen in. Ze wilden alle vluchtelingen zo snel mogelijk uit de weg en zetten iedereen op camions terug naar huis.
Rachel verlaat het ouderlijk huis en gaat in de Seefhoek wonen, de volkse wijk van de dokwerkers en matrozen in Antwerpen. Tegen een historicus legt ze later uit dat ze met Nick haar activiteiten verder zet. Nu onder de bezetting. Illegaal. De eerste maanden wilden de nazi’s vooral het normale leven herstellen. De bevolking doen denken dat het allemaal wel meeviel. De eerste maatregelen tegen de joden kwamen er pas na vier maanden: het verbod op ritueel slachten.
Dan komt alles in een stroomversnelling. Rachel bevalt van een zoon. Ze is dolgelukkig. ‘Mama Rachel’. Vanuit de Seefhoek vertrekken vrouwenoptochten naar het stadhuis om te protesteren tegen de honger. Daar zitten vooral zij en de Nick achter. Het is een succes. Het stadsbestuur komt de vrouwen onmiddellijk tegemoet. Rachel en Nick wilden zo vooral aantonen dat verzet mogelijk was. Met de kinderwagen vervoert ze onder het matras van haar zoon geld, rantsoenbonnen voor verzetsmensen en pamfletten. Haar baby is naar het beeld van zijn vader Nick. Hongerig. Onverzadigbaar. Eten vinden wordt een prioriteit. Maar hij huilt veel, ook op momenten dat het muisstil moet zijn. Wanneer ze met de luiken dicht pamfletten stencilen bijvoorbeeld, in verlaten huizen van mensen die wel zijn kunnen vluchten.

Ze weet niet altijd waar de Nick mee bezig is. Ze wil het ook niet weten. Hoe minder ze weet, hoe beter. Ze helpt waar ze kan. Maar dan wordt Nick met acht makkers opgepakt. Rachel is op dat moment twee maanden zwanger van mijn moeder. Hij zit maanden vast, wordt gemarteld en uiteindelijk terechtgesteld. Rachel moet een veiliger plek zoeken voor haar hongerig manneke van één jaar. De zus van de Nick vangt hem op, maar die blijkt zo van slag door het verlies van haar broer dat ze echt niet voor dat manneke kan zorgen.
Natuurlijk wilde ik dan weten hoe m’n grootmoeder in die verzetskringen terecht kwam. Mijn tante schrijft een boek haar. Zij heeft na de oorlog verhalen opgevangen toen er thuis vrienden op bezoek waren.
Helden van het verzet
Rachel Souritz
Toen Hitler in Duitsland aan de macht kwam, was Rachel 15 jaar. Het gezin Souritz woont in Antwerpen en heeft het moeilijk. Zij is de oudste van drie. Haar ouders hebben elkaar in Brussel, in Kuregem leren kennen. Hun families, joden uit Oost-Europa, zochten daar een nieuwe toekomst.
Rachel geniet van de vakanties bij haar grootouders in Parijs, maar haar vader en zijn familie in Antwerpen zijn veel traditioneler. We hebben een prachtfoto van haar van bij de joodse jeugdbeweging Hashomer Hatzair. Daar ging ze naartoe, tegen de wil van haar vader. Vrouwen horen bij hun gezin, vond haar vader. Zij sloop ’s avonds het huis uit. In dat joods verenigingsleven leert ze progressieve en linkse joden kennen. Die vindt ze boeiender dan haar ouders. Ze wringt zich steeds losser van haar vader. Zeker wanneer ze haar middelbare school moet stoppen. Het gezin heeft hulp nodig. Ze moet gaan werken.
In Antwerpen komen steeds meer joodse vluchtelingen toe, uit Duitsland en later ook uit Oostenrijk. In de gemeenschap doen vreselijke verhalen de ronde. Buiten die gemeenschap gaan stemmen op dat die joodse vluchtelingenstroom te groot wordt. Dat ze het niet aankunnen. Het zijn ook niet de rijksten die hier blijven hangen. Wie kan, trekt verder. Rachel wil zich nuttig maken. De politieke vluchtelingen – vakbondsmensen, socialisten, communisten – maken grote indruk op haar. Het begint met broodjes smeren op bijeenkomsten. En zo kwam Rachel in dat netwerk terecht. Mensen die samenwerken en op mekaar kunnen rekenen. Zo leerde ze de Nick kennen.
Terug naar 1942, onder de bezetting. Rachels broer, Willy, is 17 jaar. Hij mocht niet meer naar school. Aan joden wordt geen geld verspild. Rachels vader mag zijn beroep niet meer uitoefenen. En toen werd Willy opgeroepen om zich te melden in de Dossinkazerne om zich nuttig te maken en te gaan werken. Hun vader – ondertussen financieel aan de grond – leende 11.000 frank om een collaborateur om te kopen in de hoop zijn zoon te redden. Rachel probeert de ganse nacht haar broer te overtuigen om zich niet te melden en onder te duiken, met de hele familie. De familie heeft geen opties, maar zij heeft die wel. Zij heeft haar netwerk. Sinds het verlies van de Nick wordt er ook voor haar geld opgehaald. Maar haar broer gelooft haar linkse prietpraat over de nazi’s niet. Hij zou zijn familie niet in gevaar brengen en de nazi’s tonen dat joodse mannen wél kunnen werken.

Willy is weggevoerd met het 6de treinkonvooi. We weten niet of hij 18 geworden is.
Helden van het verzet
Het is in die periode dat Rachel in mijn ogen écht iets buitengewoon deed. Ze vertelde het verschillende keren in het bijzijn van mijn tante en nonkel. Ondanks haar angst, haar verdriet en haar woede ging ze er van uit dat de mensen die haar haatten en vervolgden ook gewoon mensen waren. Dat redde haar leven.

Ze liep in een valstrik. Ze kon op de Meir voedselbonnen voor haar kinderen kopen, maar toen ze het gebouw binnenkwam, riep de man aan de deur: ‘Jodin!’ Haar voorgevoel was dus toch juist geweest. Om nog een kans te maken vroeg ze om haar baby te kunnen ophalen die alleen thuis was en dringend eten moest hebben. Tussen twee Vlaamse SS’ers ging ze op pad. Rachel haalde alles uit de kast. Ze praatte op hen in in ’t normoal Antwaarps. Die SS’ers zullen ook wel gezien hebben dat het een knappe vrouw was.
‘Ge ziet toch dak geen vijand ben van de Vlamingen,’ zegt Rachel tegen hen.
De baby bleek natuurlijk niet op het appartement te zijn. ‘Waarschijnlijk opgehaald door haar vriendin,’ zei ze.
Ze keerden terug naar de Meir. ‘Allez, Laat me toch vrij,’ probeerde ze verder. ‘Laat me bij m’n kind zijn.’
Ze zong zelfs Tinneke van Heule, een schalks liedje uit die tijd. De Vlaamse SS’ers lachten en uiteindelijk zongen ze zelfs mee.
In haar verhalen is ze pijnlijk eerlijk. De Vlaamse SS’ers gaven haar uiteindelijk een kans om te vluchten, toen ze in haar plaats een oude joodse man op straat meenamen. Rachel rende de ziel uit haar lijf en ontsnapte.
Ze kon niet meer in Antwerpen blijven. Te gevaarlijk. Ze hielpen Marthe, want dat was haar schuilnaam in het verzet, naar West-Vlaanderen. Haar zus Pauline heeft zich in Antwerpen nog 5 maanden kunnen verstoppen met hun vader. Dan werd ook zij verklikt. Op haar 15e verjaardag zat ze in de Dossinkazerne. Ze werden samen weggevoerd met het 20e konvooi, het beruchte treinkonvooi dat door 3 jonge Brusselaars even in Boortmeerbeek werd gestopt.

Rachel is 79 jaar geworden. Ze had een onvermoeibare drang. Ze heeft zich heel haar leven nuttig blijven maken. Voor Koerden, of voor Chilenen die voor dictator Pinochet uit Chili gevlucht waren. Ze stierf 25 jaar geleden. Op haar uitvaart daagden enorm veel mensen op. Ook ik heb die bonte menigte toegesproken. Rachel mocht dan wel dood zijn, ze gaf de fakkel door. In haar kleinkinderen leefde ze voort.

Vandaag zijn er geen verzetsmensen meer die erover kunnen vertellen. Zelfs de overwinning op de nazi’s wordt niet meer gevierd. 8 mei is als nationale feestdag in de jaren ’70 afgeschaft. De bladzijde lijkt omgeslagen. Maar niet voor mij. Ik ben ongerust. En die ongerustheid heeft geen zin indien ik ze niet deel.

Je hoeft het niet met me eens te zijn. Rachel Souritz is mijn heldin. Ik heb ook mijn vragen. De vragen van mijn moeder. Maar één ding weet ik heel zeker. Het goede doen, dat was niet toen echt niet makkelijk. We mogen niet opnieuw naar zo’n situatie afglijden. Daar moeten we samen over waken. Dit nooit meer. Voor niemand niet. 
Word steunend lid van vzw Helden van het verzet
Door VZW Helden van het verzet te steunen houdt u de herinnering aan onze verzetshelden levend. Na de Tweede Wereldoorlog zijn deze mensen in de plooien van de geschiedenis verdwenen. Dankzij u kunnen we hen alsnog de gepaste eer bewijzen.