Gewoontegetrouw kijkt Lichtervelde op 15 juni terug op de schokkendste gebeurtenis uit zijn geschiedenis: de opkomst en de ondergang van twee verzetsgroepen. De Hongaarse psychiater Nagy zegt dat trauma’s meerdere generaties overspannen. Als de geschiedenis in de verdrukking komt of als er te veel taboe is, dan heeft deze psychiater gelijk.
Lichtervelde ligt in het hart van West-Vlaanderen en beschikt over een strategisch spoorwegknooppunt. Zuidwaarts voert het spoor vanaf het Kortrijkse rangeerterrein richting Normandië. Noordwaarts ligt de haven van Zeebrugge. Westelijk gaat het naar de Atlantikwall, oostelijk naar Duitsland. Hoeft het te verwonderen dat spoorweg- en postmannen, een bank- en een verzekeringsagent, een dokter en landbouwers elkaar vinden in het verzet? Snel telt het dorp honderd verzetslui. Duitse sympathie is er eveneens. Op een boogscheut, in de Rodenbachstad Roeselare, dweept de charismatische Reimond Tollenaere, een voorman van het collaborerende VNV, met de nazi’s. De man is kind aan huis bij enkele Lichterveldse families.
De spreidstand tussen verzet en collaboratie verdeelt het dorp tot op heden. Gelach, spot, argwaan en argumenten zoals ‘ze zochten het zelf’, ‘ze waren slordig en pocherig’ waren hoor- en voelbaar bij de herdenking in 2024. De uitspraken bezwaren de nabestaanden. Hun gevoel van rouw, trauma en schuld blijft. Het verwijt ‘eigen schuld dikke bult’ heet wetenschappelijk secundaire victimisatie. ‘Ze hadden beter moeten weten, ze namen risico’s, ze schatten de bezetter fout in, hun stoerheid en roekeloosheid braken hen zuur op…’ De dorpspraat bemoeilijkt de ontmaskering van de verzets- én collaboratiemythes. En houdt het thema delicaat.
Wurggreep van de nieuwe orde
Het recente boek van Dominique Verhaeghe De zaak Lichtervelde kan dat veranderen. Verhaeghe, kleinzoon van verzetsman Debaeke, doorprikt het taboe dubbel. Enerzijds bouwt hij voort op de inzichten van Modest Maertens. Die mestte met zijn publicatie De stille strijd van Eugeen Callewaert in de jaren negentig de augiasstal voorzichtig uit – tot ongenoegen van de wantrouwige parochie. Verraad en opportunisme, eendracht én tweedracht... dit dorp maakte geen beste beurt tijdens en na de oorlog. Anderzijds kreeg Verhaeghe toegang tot de archieven, terwijl Maertens zich vooral en noodgedwongen op mondelinge bronnen baseerde. Die extra info heldert op. Of men het wil lezen, is de vraag.