Ooit hebt gij de zeer confronterende vraag gekregen waar ge over dacht te schrijven wanneer het over verzet zou gaan. Amateurisme en de tragiek er van, hebt ge schuchter geantwoord. In een samenleving die als een verwend kind continu professionalisme verwacht is amateurisme een onmogelijk verwijt, zelfs een morele blamage. Niettemin maakt dat aspect het persoonlijk verzet zo ontroerend en zo angstaanjagend. Ge probeert u voor te stellen wat het betekent om alles te geven aan een principe en daarbij alles te wagen wat ge lief hebt. Weten we wat woede betekent die leidt naar daden in het ondergrondse? Kan een van ons zich inbeelden kwetsbaar te zijn voor verraad, zowel van onszelf als van anderen? Zo zijn er dus duizenden amateurs geweest die gaandeweg misschien behendiger werden en dan alsnog werden opgepakt. Zo zijn er geweest die alles en ook zichzelf hebben overleefd, piloten geholpen en gespioneerd, vaak ook vrouwen, en die daarna de draad weer op pakten en volgens de zeden van de tijd terug achter het fornuis gingen staan. Het woord verzet gaat bij u gepaard met de vaststelling dat routine terugkeerde na dat verzet. Er spoken helden in ons hoofd. Het bleken allemaal verbijsterend gewone mensen.