In Memoriam: Andrée ‘Nadine’ Dumon (1922-2025)

Op 30 januari 2025 om 21.47 uur overleed verzetsheldin Andrée Dumon thuis, in haar verzorgingsflat in Nijvel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog redde Andrée Dumon via de vlucht- en ontsnappingsroute Comète het leven van tientallen geallieerde 'airmen' (piloten, radio-operatoren, navigatoren, boordschutters, bombardiers). In het buitenland werd ze hiervoor geroemd en ontving ze de hoogste onderscheidingen. In eigen land – en vooral in Vlaanderen – bleef haar naam bij het grote publiek tot voor kort nagenoeg onbekend. Andrée overleed op 102-jarige leeftijd, omringd door haar dierbaren.

Door Dany Neudt - 31/01/2025
In Memoriam: Andrée ‘Nadine’ Dumon (1922-2025)
Andrée Dumon werd in 1922 geboren in een Brussels gezin. Op jonge leeftijd verbleef ze zes jaar in Belgisch-Congo, waar haar vader, Eugène Dumon, koloniaal geneesheer was. Na de terugkeer naar België liep ze school in het Koninklijk Atheneum van Ukkel. Tijdens het interbellum was dit vrijzinnige atheneum een kweekvijver voor latere verzetsmensen. Ook Youra Livschitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon – de bedenkers van de unieke bevrijdingsactie op het XXste treinkonvooi van de Dossinkazerne naar het vernietigingskamp Auschwitz op 19 april 1943 – leerden elkaar daar kennen.
Als 17-jarige scholier ergerde Andrée Dumon zich mateloos aan de Belgische neutraliteit. Ze begreep niet waarom België zijn officiële passiviteit handhaafde, terwijl nazi-Duitsland Oostenrijk en Sudetenland annexeerde en Hitler en Stalin Polen onder elkaar verdeelden. Met ongeloof vernam ze de snelle Belgische capitulatie na amper 18 dagen Duitse Blitzkrieg.

Vlucht- en ontsnappingslijn Comète

Op aandringen van haar vader sluit Andrée Dumon zich in december 1941 aan bij de ontsnappingsroute Comète, een verzetsgroep gespecialiseerd in de ontsnapping van geallieerde “airmen”. Deze groep werd mede opgericht door die andere legendarische Brusselse verzetsvrouw: Andrée De Jongh, alias Dédée, uit Schaarbeek. Binnen Comète krijgt Andrée de codenaam ‘Nadine’.
Comète helpt niet alleen neergeschoten piloten ontsnappen, maar ook verzetslieden die door verraad of dreigende arrestatie gevaar lopen, en geheime agenten die na hun missie per parachute in bezet gebied landen. De nood is hoog: de Duitse luchtafweer haalt overal in Europa geallieerde vliegtuigen neer. Niet minder dan 250.000 piloten en bemanningsleden eindigen als krijgsgevangenen. Slechts zo’n 5.000 weten te ontsnappen – een helse en zenuwslopende tocht door bezet gebied. Wie in België terechtkomt, moet hopen verzetsmensen te ontmoeten die hen op weg kunnen helpen.
Het terugbrengen van de piloten naar Engeland is een aartsmoeilijke opdracht. De meest voor de hand liggende route via de zwaar bewaakte Belgische en Franse havens is uitgesloten: wie betrapt wordt, is ten dode opgeschreven. Comète organiseert daarom een gevaarlijke ontsnappingsroute vanuit Brussel, via Parijs, en te voet over de Baskische Pyreneeën. Wie onderweg niet wordt opgepakt, bereikt San Sebastián en reist door naar de Britse kroonkolonie Gibraltar of het neutrale Lissabon. Vandaaruit vliegen de piloten naar het Verenigd Koninkrijk.
Tussen 1942 en 1945 ontsnappen dankzij de Comète-lijn ruim 800 piloten en 300 soldaten. Ook verschillende Belgische inlichtingenagenten geraken via deze route terug naar Londen, waar ze verslag uitbrengen aan de Belgische Veiligheid van de Staat.

Gezin in verzet

Het gezin Dumon sluit zich al snel aan bij de opkomende verzetsbeweging. Vader Eugène, arts bij het Rode Kruis, wordt via zijn netwerk een van de leidende figuren in het inlichtingennetwerk Luc-Marc. Deze groep verzamelt strategische inlichtingen – politieke, economische en militaire spionage – en bezorgt die aan de Belgische Veiligheid van de Staat in ballingschap in Londen, die ze vervolgens doorstuurt naar de Belgische regering en het Geallieerde Opperbevel. Moeder Marie, verpleegster, verleent onderdak aan gewonde soldaten en verspreidt de sluikpers, waaronder La Libre Belgique.
Op vraag van haar vader zet ook Andrée haar eerste stappen in het verzet. Ze vervoert voor Luc-Marc documenten naar Brussel, Gent en Brugge. Dankzij haar eeuwige glimlach en jeugdige uitstraling – ze lijkt amper vijftien – wekt ze nauwelijks argwaan. Wie zou vermoeden dat zo’n onschuldig ogend meisje verzetsdaden pleegt?
Daarnaast onderneemt de jonge Andrée ook op eigen houtje kleine verzetsacties. Zo strooit ze, fietsend door de Brusselse straten, uitgeknipte V-tekens uit kranten. Op het eerste gezicht lijkt dat onschuldig, maar vergis u niet: wie door de nazi’s op heterdaad betrapt wordt, wacht een meedogenloze straf. Het V-teken is een van die fascinerende, maar vaak vergeten verhalen uit het Belgische verzet. In tegenstelling tot wat velen denken, werd het niet bedacht door de Britse premier Winston Churchill, maar door de Brusselaar Victor de Laveleye. Op 14 januari 1941 riep De Laveleye via de BBC-zender Radio Belgique op om overal het V-teken te verspreiden. Hij koos de letter “V” omdat die in het Nederlands staat voor Vrijheid en in het Frans voor Victoire. Zijn oproep werd massaal opgevolgd: plots doken V-tekens overal op, geschilderd op muren, gekrijt op straatstenen of uitgestrooid als krantenknipsels. De campagne verspreidde zich over heel Europa en kreeg wereldwijde roem toen Churchill het V-teken adopteerde in zijn veelbekeken bioscoopjournaals.
Word steunend lid van vzw Helden van het verzet
Door vzw Helden van het verzet te steunen houdt u de herinnering aan onze verzetshelden levend. Na de Tweede Wereldoorlog zijn deze mensen in de plooien van de geschiedenis verdwenen. Dankzij u kunnen we hen alsnog de gepaste eer bewijzen.

Controle door douaniers

Andrée Dumon begeleidt tientallen Britse, Canadese, Australische en Amerikaanse airmen van Brussel naar Parijs, waar ze hen overdraagt aan de volgende begeleider. De volgende anekdote illustreert hoe riskant en zenuwslopend deze treintochten zijn. Het gevaar loert letterlijk overal om de hoek.
Op een dag stapt Andrée met twee Britse en een Australische piloot op een overvolle trein. Net als de piloten heeft ze vervalste identiteitsbewijzen op zak. Omdat Andrée slechts een paar woorden Engels spreekt, verloopt de communicatie moeizaam. Plots stappen enkele Franse douaniers op voor een controleactie. Een van de piloten raakt in paniek en toont, in plaats van zijn treinticket, een doosje lucifers aan de verbaasde douanier. Vliegensvlug grijpt Andrée in en haalt het treinticket uit het borstzakje van de piloot.
De douanier vraagt wat er aan de hand is. Andrée verzint ter plekke een smoes en beweert dat de man doofstom is. De andere twee piloten tonen stilzwijgend hun treinticket. Daarop vraagt de douanier of zij ook doofstom zijn. Terwijl de zenuwen haar door het lijf gieren, antwoordt Andrée dat het twee Vlamingen zijn die geen woord Frans spreken. Als bij wonder laat de douanier het daarbij.
Maar het gevaar is nog niet geweken. Een nieuwsgierige medepassagier merkt op dat haar reisgezellen vreemde snuiters zijn. Andrée reageert onmiddellijk: ze geeft de drie piloten het sein om op te staan. Samen lopen ze naar de laatste wagon en nemen daar opnieuw plaats. De rest van de treinreis naar Parijs verloopt gelukkig zonder incidenten.
"Met haar onwankelbare moed is Andrée Dumon een van de grote verzetsvrouwen van België"

Opgejaagd door de nazi’s

Aan de ontsnappingsroute van Comète werken in het grootste geheim zo’n 3.000 verzetsmensen mee. Ze voorzien het netwerk van onderduikadressen, voedsel en kleding, maken valse papieren, halen geld op, kopen treintickets, ontvreemden voedselbonnen, begeleiden de soldaten en onderhouden contact met Engeland. Ze nemen ook veiligheidsverhoren af van kandidaat-ontsnappers en sturen de rapporten ter verificatie naar Londen om infiltratiepogingen door de Duitse Abwehr te voorkomen.
Het merendeel van de Comète-medewerkers zijn gewone burgers, zonder enige militaire of spionageopleiding. Het opzetten van een geheime ontsnappingsroute in een bezet land vergt dan ook enorm veel moed, creativiteit en doorzettingsvermogen.
De hulp aan ondergedoken piloten is een doorn in het oog van de nazi’s. De Gestapo, de SS en de Luftwaffe raken geobsedeerd door de jacht op de ontsnappingslijnen en zetten alles op alles om ze te ontmaskeren, te infiltreren en te vernietigen. Ruim 700 verzetsmensen van Comète worden gearresteerd, vaak na verraad. Bijna 300 van hen sterven door executie, marteling of ontbering in de concentratiekampen.

Nacht und Nebel

Op 11 augustus 1942 slaat het noodlot toe voor Andrée Dumon. Zij en verschillende anderen worden verraden door een medewerker met de codenaam “Coco”. Die ochtend belt de Geheime Feldpolizei aan bij haar grootouders, in het aanpalende huis. Haar grootvader werpt een blik door het raam en ziet de Duitse agenten staan. In allerijl roept hij “Duitse politie!” door de communicerende deur om haar te waarschuwen.
Andrée probeert via de achterdeur te ontsnappen, maar botst ook daar op agenten. Ze wordt samen met haar beide ouders gearresteerd en onmiddellijk in aparte auto’s weggevoerd.
Haar ondervragers zijn meedogenloos. Ze gebruiken alle middelen om haar te laten spreken: afranseling, dreigementen met onmiddellijke executie en zelfs chantage met de arrestatie van haar bejaarde grootouders. Maar Andrée breekt niet. Uit wraak krijgt ze vanaf september 1942 het gevreesde Nacht und Nebel-statuut.
Dat betekent dat ze verdwijnt in de donkerste krochten van het nazi-imperium. Van kelder naar kelder, van gevangenis naar gevangenis, van concentratiekamp naar concentratiekamp – totdat ze spoorloos verdwijnt, opgegaan in de nacht en nevel. Haar familie wordt bewust in het ongewisse gelaten over haar lot. Het hongerdieet en de onmenselijke werkomstandigheden maken overleven vrijwel onmogelijk. De meeste Nacht und Nebel-gevangenen sterven aan uitputting, mishandeling of executie.

Lijdensweg langs concentratiekampen

Voor Andrée Dumon betekent Nacht und Nebel het begin van een afgrijselijke lijdensweg. Ze verricht dwangarbeid in de gevangenissen van Trier, Keulen, Mesum, Zweibrücken en Essen. Daarna wordt ze overgebracht naar het concentratiekamp van Gross-Strehlitz. Daar ontmoet ze Nina Vankerkhove, een kennis uit het verzet. Samen ondernemen ze een ontsnappingspoging. Maar na amper twee uur ontdekt een lokale boer hen en verwittigt hij de kampbewakers. Al snel zitten ze opnieuw opgesloten.
Vervolgens wordt Andrée naar Ravensbrück gedeporteerd, het concentratiekamp voor vrouwen. Vandaar volgt een nieuw transport, dit keer naar Mauthausen in Oostenrijk. De reis duurt vier dagen, in bittere kou en met nauwelijks iets te eten of drinken. Bij aankomst is Andrée nog slechts een schim van zichzelf. Compleet uitgeput valt ze in de sneeuw neer. Met de hulp van medegevangenen weet ze recht te krabbelen en strompelt ze verder. Want in Mauthausen worden uitgeputte gevangenen zonder pardon doodgeschoten.
Op de deportatietrein uit Brussel krijgt Andrée plots de kans om haar vader te zien. Ook hij is als Nacht und Nebel-gevangene op transport gezet. Sinds hun arrestatie in Brussel hadden ze elkaar niet meer gezien. Ze mogen elkaar even spreken, maar het geluk is van korte duur. Het is hun laatste gesprek. Eugène Dumon overlijdt op 9 februari 1945 in het concentratiekamp van Gross-Rosen.
Ook de rest van het gezin wordt zwaar getroffen. Een jaar na haar arrestatie wordt moeder Marie Plessix vrijgelaten, in complete onwetendheid over het lot van haar man en dochter. Na de arrestatie van haar ouders blijft Andrée’s zus Aline samen met haar jongere zusje achter bij de grootouders. Maar kort nadien engageert ook Aline Dumon zich in het ontsnappingsnetwerk van Comète. Onder de codenaam “Lily” neemt ze de rol van Andrée over en begeleidt ze op haar beurt piloten naar Parijs. Vanaf juni 1943 duikt ze onder om arrestatie te vermijden, maar blijft ze actief in het verzet. Via Madrid bereikt ze uiteindelijk in juni 1944 Londen.
"De oorlog en het verzet laten Andrée nooit los."

Omhelzing met haar moeder

Op 1 mei 1945, een zonnige maar ijskoude dag, ziet Andrée haar moeder Marie terug in het station van Brussel. Voor het eerst in drie lange jaren kunnen ze elkaar omhelzen. Beiden zijn geschokt door elkaars aanblik. Marie, gekleed in het zwart, is sterk vermagerd en ziet er jaren ouder uit. Andrée is er zo erg aan toe dat ze ruim twee jaar nodig zal hebben om te herstellen. Over het lot van vader Eugène en zus Marie weten ze op dat moment nog niets. Besmet met buiktyfus en paratyfus, brengt Andrée de eerste maanden na haar thuiskomst door in het ziekenhuis.
Na de oorlog huwt ze met Gustave Antoine. Samen bouwen ze een succesvol textielbedrijf uit en krijgen ze twee kinderen. Maar de oorlog en het verzet laten haar nooit los. Ze zet zich in voor de Koninklijke Unie der Inlichtingen- en Actiediensten (RUSRA-KUIAD) en speelt een actieve rol in de erkenning en compensatie van de Inlichtingen- en Actieagenten (IAA). Gezien het grote aantal vrouwen dat actief was in het netwerk Comète, strijdt ze ook voor de erkenning van vrouwelijke verzetsstrijders. Dat het Belgisch leger pas in 1975 vrouwelijke militairen begon te rekruteren, toont hoe groot die achterstand was.
Haar contacten met de door haar geredde piloten en militairen blijven intens. Ze nodigt hen regelmatig uit in België en reist op haar beurt naar het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada en de Verenigde Staten. Op haar honderdste verjaardag is Erica Andrée Horsley, de dochter van een door haar geredde Britse piloot, aanwezig. Uit eerbetoon gaf Robert Horsley zijn dochter de tweede voornaam Andrée. Tijdens de viering getuigt ze:
"Van jongs af aan moest ik ontelbare keren uitleggen waarom ik Andrée heette. Voor een Engels meisje is dat een vreemde naam. Vandaag ben ik vereerd dat ik een naam draag die verbonden is met zo’n belangrijk deel van onze geschiedenis."
Dit citaat illustreert de bijzondere reputatie die Andrée Dumon en het netwerk Comète tot op vandaag hebben, zowel in het Verenigd Koninkrijk als in andere geallieerde landen.
Wist je trouwens dat het verhaal van Comète de inspiratie vormde voor de tv-serie Secret Army (BBC en BRT, 1977-1979) en de legendarische komedie Allo! Allo! (BBC, 1982-1992)? Ook de Franse film La Grande Vadrouille (1966) – met Louis de Funès en André Bourvil – is losjes gebaseerd op de ontsnappingslijnen van piloten. Met meer dan 17 miljoen bioscoopbezoekers was het dertig jaar lang de meest bekeken film in Frankrijk, tot Titanic in 1998 dat record brak.

Van zwijgen naar spreken

Zoals zoveel verzetsmensen zwijgt Andrée Dumon na de oorlog in de publieke ruimte. Zijn de trauma’s te diep? Voelt ze zich afgewezen of onbegrepen in een naoorlogse samenleving waar, paradoxaal genoeg, in het Nederlandstalige landsgedeelte soms meer begrip lijkt te bestaan voor de collaboratie dan voor het verzet?
Pas als ze de zeventig voorbij is, doorbreekt Andrée het stilzwijgen. Ze begint te spreken in scholen, neemt deel aan debatten en televisieprogramma’s en zet zich actief in voor herinneringsprojecten. Tot op haar 98ste ondersteunt ze het Belgian Intelligence Studies Centre (BISC) en RUSRA-KUIAD, als lid van de raad van bestuur en als medewerker aan publicaties, lezingen en tentoonstellingen.
Ze werkt ook mee aan de documentaire La Maison de Verre, geregisseerd door Tristan Bourlard voor de RTBF, die meerdere keren wordt uitgezonden. Ze schrijft haar memoires neer in het boek Je ne vous ai pas oubliés. Liberté 1945, dat ze in eigen beheer uitgeeft. In 2011 brengt de BBC de documentaire Nadine was betrayed by … uit. En in 2018 vernoemt de gemeente Ukkel een straat naar haar.
Met haar onwankelbare moed en levenslange inzet en onwankelbare moed herinneren we Andrée 'Nadine' Dumon als een van de grote verzetsvrouwen van België.

Met dank aan de heer Robin Libert (RUSRA-KUIAD) voor het nalezen en aanvullen van deze tekst. 
Meer interessante artikels