Diezelfde avond hadden de drie jeugdvrienden en voormalige ULB-studenten Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon afgesproken op het Meiserplein in Schaarbeek. Ze hadden elkaar leren kennen in het atheneum van Ukkel, waar leerlingen een sterk vrijzinnig en antifascistisch engagement meekregen. Niet minder dan zeventien leerlingen en leerkrachten van het atheneum zouden tijdens de Tweede Wereldoorlog als verzetshelden het leven laten, waarvan acht door de bezetter geëxecuteerd werden. Ook de recent overleden 102-jarige Andrée Dumon, die een belangrijke rol speelde in de ontsnappingsroute Comète, zat op dezelfde school.
De zenuwen gierden door hun keel voor het onwaarschijnlijke plan dat ze wilden uitvoeren. Ook hun strijdmakker Richard Althenhoff, een van de leiders van de verzetsgroep Groep G, kwam naar het plein. Hij overhandigde een revolver aan Youra en vertrok weer. Met de revolver, tangen en een rood gekleurde stormlamp fietste het drietal via Steenokkerzeel en Kampenhout naar Boortmeerbeek.
Eenmaal in Boortmeerbeek zetten ze hun fietsen aan de kant en namen post in een bocht waar de deportatietrein langzamer reed. De rode stormlamp werd op de sporen geplaatst. Elke trein diende volgens het spoorreglement immers te stoppen voor een rood licht, wat ook gebeurde. Ondanks de aanwezigheid van SS-troepen slaagde het drietal erin de zeventiende wagon te openen. In Boortmeerbeek sprongen zeventien gedeporteerden uit de trein; de meesten namen de tram terug naar Brussel. Door de opwinding en verwarring wisten later op het treintraject, tot aan de Belgische grens, meer dan 220 gevangenen te ontsnappen—een West-Europees unicum. Onder hen was VUB-eredoctor Simon Gronowski, die nu als krasse 93-jarige door het land reist om over zijn ervaringen te getuigen. Helaas werden 25 van hen ter plekke neergeschoten en 91 opnieuw aangehouden. Uiteindelijk weten 121 mensen aan de deportatie te ontkomen.