Op 19 april 1943, rond 22.00 uur, vertrok de 20ste deportatietrein langzaam vanuit het station van Mechelen. Meer dan 1.600 radeloze en bange mensen, bijna allemaal Joden, begonnen aan hun lange en lugubere tocht naar het vernietigingskamp van Auschwitz-Birkenau in Polen. De gedeporteerden zaten in extreem slechte omstandigheden, met gemiddeld 50 tot 60 personen samengepropt in wagons die bestemd waren voor veevervoer. Er was amper eten en drinken, en ook de ruimte om te bewegen of te zitten was beperkt.
"Vandaag de dag geldt het als een van de meest stoutmoedige en legendarische verzetsacties van Europa"