Het Rode Orkest
Renaud en Louis behoren tot een groep communistische vrienden die zich verzetten tegen de nazistische bezetter. In 1938 al wordt Renaud lid van de communistische partij (KP), wat thuis tot stevige discussies leidt met zijn vader, en voert hij actie tegen het fascisme. In datzelfde jaar, 1938, komt Leon Degrelle (oprichter van de fascistische partij Rex) spreken in het Oostendse Sportpaleis in de Rogierlaan. Het sportpaleis wordt ‘de boks’ genoemd, omdat er een grote boksring aanwezig is, met een balkon erboven om naar de matchen te kijken. Renaud trekt ernaar toe om te protesteren. Kameraden Fernand Jouret en Bob Dubois zijn er ook bij. Ze laten zich vastketenen aan de boksring als protest en Bob roept Degrelle toe dat hij een fascist is en geld ontvangt van de nazipartij van Hitler.
Een paar jaar later, in augustus 1941, wil Renaud zijn verzet versterken en richt hij samen met zijn kameraden het Onafhankelijkheidsfront op in Oostende. Ze zetten een radiopost op in de Gelijkheidstraat 174, het adres van Auguste Sesée. Hij is marconist bij de maalboot (de Compagnie Maritime Belge) en kan dus goed morse seinen. Hij leert het aan de anderen en ze seinen informatie door naar de geallieerden. De plannen van de Oostendse haven en informatie over de Duitse militaire versterkingen. Kameraad Emile Monteyne werkt bij de tram en kan wapens, pamfletten en munitie smokkelen. Identiteitspapieren worden vervalst. Ook Cécile werkt mee door “scheinen” (papier om het spergebied te verlaten) te bezorgen. Ze kunnen met het Onafhankelijkheidsfront ook enkele mensen redden uit de handen van de Gestapo. Renaud leidt en organiseert mee de weerstand, hij werft leden aan en verspreidt illegale pers met de richtlijnen van de gewapende weerstand.
Hij huurt een zolderkamertje in de Moersstraat en zet daar nog een radioantenne op om informatie door te seinen. Hij gaat ook regelmatig naar Brussel, om militaire inlichtingen te geven die ze daar doorseinen. En hij brengt er voedsel naar mensen die ondergedoken leven. Marraine vertelt me dat Renaud op een dag met een hele zak meel thuiskomt om naar Brussel te brengen. Zijn vrouw Cécile wil er een klein beetje van nemen, maar Renaud verbiedt het haar. “Die mensen voor wie het bedoeld is hebben nog veel minder te eten dan wij”.
Waar hij naartoe trekt, in Etterbeek in Brussel, staat ook een radiozender. Daar zijn spionnen actief die verbonden zijn aan een groter netwerk, opgericht door de inlichtingendienst van het Rode Leger. Die zender staat eerst in Oostende, in de Kapellestraat. Vanaf 1939 zijn er uitzendingen. Een jaar later, nog voor de eerste bombardementen, verplaatsen ze de zender naar een villa in Knokke en daarna naar Etterbeek in Brussel.
De zender in Brussel blijkt één van de belangrijkste zenders internationaal en ook de enige die heel lange tijd ongestoord zijn werk kan doen. De nazi’s worden er gek van. Per toeval wordt ze door de radiobewakingsdienst van de Wehrmacht ontdekt in juni 1941. Via peilingstations in Breslau, Oslo en Brest kunnen ze traceren dat de zender zich in België bevindt. Enkele maanden later, in november, stellen ze vast dat de zender zich in Etterbeek bevindt en nog eens twee weken later hebben ze het adres: Atrebatenstraat 101. De nacht van 12 op 13 december, om 2u30 vallen de Duitsers het huis binnen met 10 mannen van de GFP en 25 soldaten. Het is na deze inval dat de nazi’s de naam ‘het Rode Orkest’ (Rote Kapelle) geven aan deze spionagedienst. De Rote Kapelle krijgt prioriteit bij de Gestapo als zeer geheime staatszaak. Hitler zelf roept uit dat dit gezwel moet worden uitgebrand. Er zijn series gemaakt over het Rode orkest Orkest (een mini-serie uit 1972 staat op YouTube), binnenkort is er een film in de cinema en aan het huis in Etterbeek hangt een herdenkingsplakkaat.
In het huis ontdekken de nazi’s het nog warme zendapparaat, vervalsingen, foto’s, …en pakken ze de spionnen en mensen op wiens namen - zo ontdek ik daar aan mijn tafeltje in Brussel - mee op het veroordelingsformulier staan van Renaud. Michael Makarov, Georges Desmets, Sofia Poznanska, Marcel Vranckx en Rita Arnould. Deze laatste zou de namen van Renaud en Louis hebben verklikt.