‘Probeer te ontsnappen, hoe dan ook!’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was België het werkterrein van tientallen binnen- én buitenlandse verzetsgroepen. Het Österreichische Freiheitsfront, het grootste Oostenrijkse verzetsnetwerk in Europa met hoofdkwartier in Brussel, bestreed de nazi’s zowel subtiel als nietsontziend, met verleidelijke jongedames en vernietigende explosieven.

Door Dany Neudt, Linus Hanfgarn & Tim Van Steendam - 12/12/2025
‘Probeer te ontsnappen, hoe dan ook!’
Brussel, 17 januari 1943. De 23-jarige Régine Krochmal en haar vriendin Marianne Brandt betreden Aux Armes des Brasseurs in het centrum van de stad. De charmante art nouveau brasserie wordt door le tout Bruxelles bezocht, ook door de soldaten van de Wehrmacht. De dames trekken lachend hun dikke winterjassen uit, vleien zich op schoot van de dronken officieren en laten zich gewillig trakteren. Ze lijken enkel uit op een leuk avondje, maar ze zijn op een gevaarlijke missie. De dames rekruteren Duitse militairen die het gehad hebben met Hitlers waanzinnige oorlog. Als volleerde spionnen polsen ze subtiel naar de oorlogsmoeheid van de mannen. Een van hen heeft tussen pot en pint al eens zijn beklag gedaan over stompzinnige oefeningen in de kazerne. En de bevelen van zijn superieur beschouwt hij als onzin. Voor Régine het sein om een stapje verder te gaan. Ze zal hem ‘Die Wahrheit’ in handen drukken, een zelfgedrukt krantje met berichten over het front, de échte cijfers, niet de nazi-propaganda die de soldaten doorgaans te verwerken krijgen. Zo gaan Régine en Marianne te werk: stap voor stap, soldaat per soldaat, in de hoop de moraal bij de bezettingstroepen te verzwakken.
Als volleerde spionnen polsen ze subtiel naar de oorlogsmoeheid van de mannen.
Word steunend lid en geef onze werking vleugels
Onze werking krijgt geen vaste subsidie. We kunnen jouw financiële steun dus goed gebruiken! Word vandaag nog steunend lid! Je maakt een historisch onrecht ongedaan, ontvangt het Heldenmagazine, steunt onze projecten en maakt deel uit van een levendige community.
Régine Krochmal en Marianne Brandt behoren tot een Oostenrijks netwerk dat zich in de begindagen van de oorlog bezighoudt met het zogenaamde ‘Deutsche Werk’, schriftelijke en mondelinge propaganda gericht op Duitse en Oostenrijkse soldaten om hen ervan te overtuigen uit antifascisme niet verder mee te vechten met de nazi’s. Deze groep zou later evolueren naar het ‘Österreichische Freiheitsfront’, een Belgisch-Oostenrijkse verzetsorganisatie die tijdens de nazi-bezetting kranten en folders produceerde en verspreidde. ‘Die Wahrheit’ verscheen op zijn hoogtepunt wekelijks in een oplage van maar liefst 12.000 exemplaren. Régine en andere jongedames lieten ze achter in kazernes, op vliegvelden, in bioscopen of moffelden ze in de zakken van jassen in Duitse soldatenbars. Zoals elke verzetsactiviteit was ook dit werk levensgevaarlijk.

Brussels broeinest
Régine's Oostenrijkse familie kwam naar België toen ze zelf nog maar zes maanden oud was. Ze wilde eigenlijk verpleegster worden, maar werd door de bezetter als Joods aangemerkt, wat betekende dat ze haar opleiding niet mocht afmaken. Terwijl ze in een gaarkeuken voor Joodse vluchtelingen werkte, ontmoette ze Marianne en later vele andere gevluchte Oostenrijkers. De aanhechting van Oostenrijk door Duitsland in maart 1938 leidde tot de emigratie van vele politieke tegenstanders en tienduizenden Joden. Alles bij elkaar zouden er duizenden Oostenrijkers in België verblijven. In de kleine diaspora van gevluchte landgenoten in het broeierige Brussel ontstond het Österreichische Freiheitsfront, aangevuurd door een zekere Bruno Weingast.

De jongeman had al een woelig leven achter de rug. De Pool van geboorte verhuisde op tweejarige leeftijd naar Wenen, waar hij enkele jaren later door de dood van zijn ouders als wees verder moest. Vanwege zijn communistische activiteiten stuurde men hem weg van de Universiteit van Wenen. Hij zette zijn scheikunde-studies in Milaan verder. In 1936 pleegden Franco en de Spaanse nationalisten – gesteund door nazi-Duitsland en het fascistische Italië – een staatsgreep tegen de democratisch gekozen Republikeinse regering. Tienduizenden uit aller landen verenigden zich om de republiek te steunen. Weingast raakte er al snel bij betrokken en trad toe tot het 3de Bataljon van deze zogenaamde Internationale Brigade. Succes bleef uit, Franco installeerde zich na de burgeroorlog als dictator, en een gedesillusioneerde Bruno Weingast kwam op 19 mei 1939 in Brussel aan. Zijn jongere zus Sidonie woonde er met haar man Armin Freudmann. 
Mocht de Gestapo het appartement kunnen doorzoeken, dan was haar doodvonnis getekend.
Weingast raakte betrokken bij de strijdlustige communistische partij en diens verzet tijdens de Duitse bezetting. Aanvankelijk beperkte hij zich tot propaganda en verspreiding van pamfletten, later verdeelde hij wapens. Bovenop zijn gevechtservaring uit Spanje, kon hij bogen op scheikunde-studies om explosieven te produceren. In zijn arrestatierapport van 6 juli 1943 staat: “Weingast was een communistische topfunctionaris. Als verantwoordelijke voor wapens lag de aanschaf en distributie van wapens voor alle communistische terroristische groeperingen in België in zijn handen.”

In de Verklaring van Moskou van 30 oktober 1943 lieten de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie vastleggen dat Oostenrijk het eerste slachtoffer van Hitlers agressie was en dat het land na de oorlog weer bevrijd zou worden van de Duitse overheersing. Het moet de groep vleugels gegeven hebben. Vanaf dan ondertekende het vlugschriften niet alleen met "Österreichische Freiheitsfront" (Oostenrijks bevrijdingsfront), het begon ook sabotage en aanslagen uit te voeren. Ze bliezen militaire transporten op, saboteerden spoorwegen, beschadigden voertuigen van de Wehrmacht, verzamelden en verdeelden wapens en namen bij de geallieerde opmars zelfs deel aan de bevrijdingsgevechten aan het Kempisch kanaal te Arendonk.

Het XXste Konvooi
Gedurende de hele Tweede Wereldoorlog waren ongeveer 750 mensen actief in het Oostenrijkse Vrijheidsfront, maar de aantallen varieerden sterk als gevolg van arrestaties en deportaties. Volgens een rapport van groepslid Jakob Zanger waren er permanent tot 75 actieve kameraden in Brussel. Een explosie zou uiteindelijk de ondergang van Bruno Weingast betekenen. Een aanslag in twee appartementen van Wehrmacht-leden begin februari 1944 leidde tot een wraakoefening van generaal Von Falkenhausen. Op zijn bevel executeerde men twintig gijzelaars in Breendonk. Onder hen Bruno Weingast.

Ook Régine Krochmal ontsnapte niet aan de alomtegenwoordige Duitse geheime politie. Op 20 januari 1943 klopte men op de deur van haar appartement. Twee geüniformeerde mannen kwamen haar halen voor verhoor. Régine schakelde snel. Mocht de Gestapo het appartement, bezaaid met belastend bewijsmateriaal en propagandamateriaal zoals ‘De Waarheid’, kunnen doorzoeken, dan was haar doodvonnis getekend. Voor verzetsstrijders kende men weinig genade. Ze schatte haar overlevingskansen als Jodin hoger in en gaf meteen toe dat ze daar ondergedoken leefde. De mannen stuurden haar onmiddellijk naar de Dossinkazerne in Mechelen. Van daaruit deporteerde men duizenden Belgische Joden en Roma naar het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen. 
Terwijl de trein zijn reis voortzette, konden nog eens ruim 215 anderen zich bevrijden.
Op 19 april 1943 kreeg ze op het zogenaamde XXste konvooi net als de andere 1.631 Joden te horen dat haar bestemming een werkkamp was. Kort voordat de trein om 22.00 uur vertrok, hoorde ze van de Joodse kazerne-arts Dr. Bach de waarheid: “Probeer te ontsnappen. In het Oosten zullen ze jullie allemaal, arme idioten, vergassen en verbranden.” Hij gaf haar een mes, dat ze nog net in haar jas kon verstoppen voor de SS'ers kwamen. De wachters gaven Régine en een andere jonge dokter de verantwoordelijkheid voor de wagen. Régine vertelde hem over de waarschuwing van Dr. Bach, maar hij geloofde haar niet.

Noodgedwongen ging ze alleen aan de slag en zaagde met haar mes de houten tralie door. Toen de trein vaart minderde in een bocht en even later zelfs stopte, zag ze haar kans schoon. Ze sprong en belandde ongedeerd in het struikgewas. Wist zij veel dat net dán Youra Livchitz, Jean Franklemon en Robert Maistriau begonnen aan een van de meest gewaagde operaties uit de Tweede Wereldoorlog. Gewapend met een lamp, drie tangen en één enkele revolver waren ze van Brussel naar het dorpje Boortmeerbeek gefietst om de trein tot stilstand te brengen met een rood stormlicht dat op de rails lag. Het openwrikken van de deuren met een tang ging traag en lukte maar bij  één wagon. 17 mensen konden vluchten. SS’ers konden de aanvallers verjagen. Terwijl de trein zijn reis voortzette, konden nog eens ruim 215 anderen zich bevrijden uit de reeds beschadigde rijtuigen. Helaas werden 25 van hen ter plekke neergeschoten en 91 opnieuw aangehouden. Uiteindelijk weten 121 mensen aan de deportatie te ontkomen.

Régine liep verder. Ze bereikte een treinstation. Wanneer ze een seingever doodsbang haar verhaal vertelt, verstopt die haar in een hooiberg achter het huis. Net op tijd, want de SS was begonnen met een zoekactie in de omgeving. De bewaker bood de soldaten drankjes en iets te roken aan. Ze ontdekken Régine niet. Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Terug in Brussel sloot ze zich opnieuw aan bij het Oostenrijkse Vrijheidsfront.

Het mirakel
Op 25 mei 1944 wordt ze op straat herkend door een Duitse soldaat die ze eerder had ontmoet tijdens haar ‘meisjeswerk’. Ze belandde opnieuw in het nazi-gevangenissysteem, maar deze keer als verzetsstrijder. Eerst in de gevangenissen van Sint-Joost en Sint-Gillis, daarna in het SS-opvangkamp Breendonk en in de Dossinkazerne. Tijdens de martelingen hield ze de lippen stijf op elkaar. Men veroordeelde haar ter dood, maar de nazi-bureaucratie kwam zichzelf tegen. De stempel op haar doodvonnis ontbrak, en dus overleefde ze miraculeus tot 4 september 1944, de dag van de bevrijding door de geallieerden. 

Vanwege de zware martelingen verbleef ze na de bevrijding langdurig in een ziekenhuis, maar daarover gaf ze nooit meer details prijs. In de naoorlogse periode emigreerde ze naar de Verenigde Staten, waar ze een opleiding tot psychotherapeut volgde. Gans haar carrière begeleidde ze mensen met mentale problemen. Régine Krochmal overleed in 2012 op 91-jarige leeftijd in België.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Heldenmagazine voor de leden van vzw Helden van het verzet. Wil je dit verzorgde, driemaandelijkse magazine boordevol informatie over het Belgische verzet ook in je bus ontvangen? Via deze link word je steunden lid en geef je onze werking vleugels.  
Meer interessante artikels